Het was die nacht flink koud geweest en minstens 12 graden gevroren. Er was er een dik pak poedersneeuw van 15 cm gevallen. Bovendien blies er een harde noordooster. Gelukkig had Dankan een oude 4WD die niet weggleed zoals zoveel andere Letse autootjes op zomerbanden. Riga's wegen waren verstopt.
Het plan voor vanochtend was een bezoek aan een Iraanse vluchteling die nu een maand in een eerste opvangkamp zat. Letland zit in het geheel niet te wachten op vluchtelingen die de staatskas nog meer belasten, dus sluit men deze asielzoekers in de eerste plaats op in dit kamp waar in de Soviet tijd "mensen tot bekentenis werden aangezet." Een martelkamp dus. Ook al wordt hier op deze, van de buitenwereld verborgen, plaats tegenwoordig niet meer fysiek gemarteld, de psychische druk die men op de nieuw binnengekomen vluchtelingen uitoefent, liegt er ook niet om. De mensen krijgen te weinig eten, leven in een gevangenisregime en worden stilaan geadviseerd weer uit Letland te verdwijnen.
Dankan was een bekende hier en had al heel wat 'ontheffingen' voor de bewoners verkegen. We mochten Ali spreken in het vieze, afgeleefde halletje naast het aftanse kantoortje met een stokoude pc en 3 verveelde bewakers.
Ali kwam aangesloft. Een wat dikkere, flegmatisch aangelegde, jonge man van achter in de 20. Hij oogde terughoudend. Hij zag Dankan ook voor het eerst die via Bashir, andere Iraniër, had gehoord dat Ali gedoopt wilde worden. Op Dankans vraag "Nu?", knikte hij bevestigend.
We liepen door de lange troosteloze gang naar de doucheruimtes. Dankan viste een grote groen ton uit een hoek die hij er had mogen laten staan en drapeerde een oversized vuilniszak er in.
De verveelde bewakers waren blij met een verzetje en hielpen het warme water in de ton te laten stromen. Voorheen hadden ze zelfs geholpen een hele doop op video of foto te zetten. Vandaag zou Hans dat doen.
Dankan vroeg Ali of hij zich realiseerde dat Jezus voor hem gestorven en weer opgestaan was. Dat Hij onze zonden ons op zich had genomen en Hij daardoor de weg voorbereid had voor ons eeuwig leven met Hem. Dankan vroeg hem of hij goed begrepen had dat de doop betekende dat hij door onderdompeling zijn oude leven aflegde en weer als nieuwgeboren christen een nieuw leven met Hem tegemoet ging, in gehoorzaamheid aan God de Vader.
Ali knikte.
Dankan bad een gebed voor hem.
De ton zat driekwart vol met warm water.
De ton stroomde over door Ali's omvrangrijk lichaam.
Helemáál onder kon hij niet, maar nadat hij druipend weer opstond kwam, verscheen er voor het eerst die ochtend, een glimlach op zijn gezicht. De doop had wel degelijk betekenis voor hem.
En voor mij ook. Ik was diep ontroerd en ontzettend blij dat God alweer een volgeling tot zich had geroepen.
Daarna kwam het zware werk. De ton leeggooien. Daar moest Hans bij aan te pas komen.
Even later verlieten we het kamp weer, Dankans boek Bible Basics vertaald in het Farsi, bij Ali achterlatend.
Op de terugreis naar Riga raakten we muurvast in een file-zonder-reden. Misschien moest de president langskomen. Dan zet de politie doodgewoon alle wegen af, urenlang.
Dankan zette ons af bij een westers aandoend warenhuis, het luxe Stockmann, een Finse onderneming.
Daar troffen we Nienke.
Op de terugreis naar Riga raakten we muurvast in een file-zonder-reden. Misschien moest de president langskomen. Dan zet de politie doodgewoon alle wegen af, urenlang.
Dankan zette ons af bij een westers aandoend warenhuis, het luxe Stockmann, een Finse onderneming.
Daar troffen we Nienke.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten